TPR en TPRS



 


 TPR en TPRS


Het is belangrijk wanneer je een taal leert dat je alles 100 procent begrijpt. In mijn lessen controleer ik regelmatig het begrip. Cursisten geven met een gebaar aan wanneer ze mij niet meer begrijpen. Op dat moment achterhaal ik gelijk wat niet begrepen wordt. Wanneer je in het begin van een les het spoor al kwijtraakt kun je geen nieuwe kennis vergaren.

TPR

In mijn lessen werk ik altijd met TPR. TPR is doen wat je zegt. Nieuwe woorden worden uitgebeeld, uitgespeeld door de docent, ondersteund met plaatjes en tekeningen, maar vooral met veel concreet materiaal. De cursisten worden meteen betrokken en spelen mee in de opdracht.

B.v. een kledingwinkel inrichten. De cursisten pakken en benoemen de kledingstukken voor ze opgehangen worden. De cursisten schrijven prijzen op de kledingstukken en benoemen euromunten en briefjes.

Als de nieuwe woorden zijn behandeld gaan we door met het maken van een verhaal TPRS.



Wat is TPRS?

Oorsprong


TPRS® staat voor: Teaching Proficiency through Reading and Storytelling. Het is een breinvriendelijke methodiek voor het vreemdetalenonderwijs die radicaal verschilt van de gebruikelijke lesmethoden. TPRS is in de lespraktijk ontwikkeld door de Amerikaanse docent Blaine Ray, nadat hij diverse jaren met TPR® – Total Physical Response - had gewerkt en daar de voordelen, maar ook de grenzen van had leren kennen. Dit loste hij op door verhalen te gaan vertellen, een bekende techniek voor versterking van het langetermijngeheugen. De naam TPR-Storytelling was geboren. In de loop van de jaren heeft hij in samenwerking met vele andere docenten zijn methodiek verbeterd en verfijnd. Het aandeel TPR in Ray’s methodiek nam zodanig af, dat de afkorting TPRS zijn nieuwe betekenis kreeg: Teaching Proficiency through Reading and Storytelling, ofwel: taalvaardigheid onderwijzen door lezen en verhalen vertellen.


Verhalen


TPRStorytelling gebruikt verhalen als middel om woorden in context te leren en in het langetermijngeheugen op te slaan. Vocabulaire en grammaticale structuren worden ongemerkt ingesleten doordat de leerlingen luisteren naar en meewerken aan humoristische en persoonlijke verhalen.


De docent kan met de technieken van TPRS voorzien in een doorlopende stroom begrijpelijke en interessante input in de doeltaal, waardoor de leerlingen de taal werkelijk verwerven. De docent bouwt al vragende in de doeltaal met de leerlingen een verhaal op.  Een verhaal is feitelijk niet méér dan een techniek die ervoor zorgt dat leerlingen de woorden beter onthouden, doordat de woorden in een context geplaatst worden. Tijdens het voortdurende vraag- en antwoordspel  vraagt de docent naar details die de leerlingen kunnen aandragen, zodat het verhaal voor hen persoonlijk interessant wordt.


Ook worden daarmee structuren en woorden van die taal steeds in andere zinnen herhaald. Deze gevarieerde herhaling zorgt voor stevige verankering van de taal in het langetermijngeheugen. De leerlingen gaan daardoor haarfijn aanvoelen hoe de taal ”hoort” te klinken. ook de grammaticale structuren worden op deze manier grondig verworven, terwijl de taal in plaats van de grammatica voorop staat. ”Grammar pop-ups” zorgen waar nodig voor een korte uitleg.


Begrijpelijke input


Misschien wel het belangrijkste van TPRS is dat alles steeds 100% begrijpelijk moet zijn. Dit gebeurt door de woorden/structuren (geen hele zinnen!) op het bord te vertalen. Steeds wanneer de docent het betreffende woord gebruikt, wijst hij/zij naar de geschreven versie op het bord. Op die manier kunt u vrijwel 100% de doeltaal gebruiken en het toch 100% begrijpelijk houden. De docent kan daardoor in de doeltaal blijven spreken, terwijl de leerlingen toch alles begrijpen. Dit houdt leerlingen bij de les!


Persoonlijk maken


Naast het bouwen van verhalen, gaat TPRS ook over persoonlijk contact met de leerlingen, door middel van “PQA” (Personalized Questions and Answers), ofwel: persoonlijke vragen en antwoorden. Er wordt niet alleen gepraat over de persoonlijke belevingswereld van de leerlingen, maar ook leveren zij hun eigen bijdragen aan de verhalen of spelen er zelfs een rol in. Deze persoonlijke betrokkenheid werkt bijzonder motiverend.


Lezen


De lessen richten zich altijd op de woordenschat en de grammaticale structuren die strikt noodzakelijk zijn om in de taal te kunnen communiceren. Het grootste deel van onze woordenschat (ook in de moedertaal) verkrijgen we echter door te lezen. Lezen is dan ook een zeer belangrijk onderdeel van TPRS. Iedere week lezen de leerlingen tenminste één verhaal of een deel van een roman. Het in de klas bespreken van het gelezen verhaal biedt de docent bovendien de gelegenheid grammaticale verschijnselen (kort) te bespreken.


Taalproductie


Vanaf de eerste dag zijn leerlingen constant in gesprek met hun docent, en produceren zij voortdurend in de vreemde taal. In het begin zijn dit vooral enkele woorden, maar naarmate zij vorderen zullen ze vaker in hele zinnen spreken. Het schriftelijk en mondeling navertellen, aanvullen of verzinnen van verhalen en het praten en schrijven over hun eigen ervaringen vormen vaste onderdelen van TPRS.